Wettelijk kader

De vrijwilligerswet voor u, als (toekomstige) vrijwilliger

De vrijwilligerswet is van groot belang voor u, als (toekomstige) vrijwilliger. De wet zorgt ervoor dat je administratief in orde bent, dat je verzekerd bent en regelt een eventuele vergoeding.

Daarom zal Vonak altijd een contract aanbieden. Zo kan je met een gerust hart je vrijwilligerswerk doen.

De vrijwilligersorganisatie is verplicht een verzekering aan te bieden. Het gaat om de “burgerrechtelijk aansprakelijkheidsverzekering” (BA). Heb je tijdens je vrijwilligerswerk of je verplaatsing ernaar toe een ongeval, dan dekt de verzekering de kosten.

Vrijwilligerswerk is onbezoldigd. Dit willen zeggen dat je voor vrijwilligerswerk principieel geen geld ontvangt. Principieel, want sommige organisaties geven hun vrijwilligers wel een vergoeding. Er bestaan twee soorten vergoedingen: een forfaitaire vergoeding en een kostenvergoeding.

De forfaitaire vergoeding is een vergoeding die je ontvangt per dag dat je vrijwilligerswerk doet. Er bestaat een maximum bedrag, dat is wettelijk vastgelegd en wordt jaarlijks herbekeken door de overheid. Vonak geeft tijdig deze bedragen door aan de organisatie.

Daarnaast bestaat er een kostenvergoeding. Deze vergoeding gaat over woon-werkverkeer. Hoeveel deze vergoeding bedraagt, is wettelijk bepaald. Jaarlijks veranderen deze bedragen. Vonak houdt dit in het oog voor de organisatie. Als vrijwilliger is het belangrijk om bewijsstukken in te leveren. We denken hierbij aan het trein- of busticket. De kilometers die je met de wagen aflegt, dien je “op eed” te vermelden. Je mag met andere woorden niet liegen over de afgelegde kilometers. Een vergoeding is geen inkomen. Dat wil zeggen dat je het niet moet doorgeven aan de belastingen of RSZ (Rijksdienst Sociale Zekerheid). Je moet er geen belastingen op betalen. Vrijwilligerswerk is niet fiscaal aftrekbaar.

Let op: de forfaitaire en kostenvergoeding kunnen nooit gecombineerd worden. Of je ontvangt een dagvergoeding, of je ontvangt een kostenvergoeding voor de trip van en naar het werk. Beide vergoedingen tezamen kun je nooit ontvangen. Het is de keuze van de organisatie of zij een vergoeding uitkeren en zo ja, de welke.

Geheimhoudingsplicht
Als vrijwilliger heb je geheimhoudingsplicht. Dit is vooral van toepassing in bepaalde sectoren, bijvoorbeeld in de verzorgings- en gezondheidssector. Specifieke en persoonlijke informatie mag je niet zo maar doorvertellen. De wet zegt: “informatie mag de vrijwilliger niet verspreiden omdat dit tot immateriële, emotionele, psychologische en/of materiële schade kan leiden”. (Handboek werken met vrijwilligers, 2014). Gevoelige informatie hou je best voor jezelf. Zit je toch ergens mee? Praat er over in teamverband.

Voor de meest actuele informatie kan u kijken op Vrijwilligerswerk Vlaanderen.

Aangifte?

De vrijwilligerswet is zo gemaakt dat eenieder kan deelnemen aan het vrijwilligersleven. Om het overzichtelijk te maken zijn er categorieën opgesteld. Bepaalde categorieën van mensen moeten eerst een aanvraag indienen. Hieronder geven we een korte samenvatting. Zo weet je in welke categorie je zit en of er een aanvraag gedaan moet worden.

Val je niet in één van deze categorieën?

Geen probleem!
Je kan zo aan de slag.

De RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) stelt als regel “dat elke uitkeringsgerechtigde die via een instelling een vervangingsinkomen ontvangt, een aanvraag moet indienen”. Personen die voor hun brugpensioen vrijwilligerswerk deden, moeten ook een aanvraag indienen. Vermeld er zeker bij dat je voor je brugpensioen al vrijwilligerswerk deed.
Voor de start van het vrijwilligerswerk doe je een schriftelijke aanvraag bij de RVA. Vanaf deze aanvraag binnen is, kan je starten. Je hoeft het antwoord van de RVA niet af te wachten. Binnen de twaalf dagen neemt de RVA een beslissing. Er bestaan drie soorten beslissingen. Ten eerste is je vrijwilligerswerk aanvaard. Ten tweede, de RVA weigert je aanvraag.
Een derde mogelijkheid is dat de RVA een beperking oplegt.

Personen die langer dan 30 dagen niet kunnen gaan werken wegens een ongeval, dienen goedkeuring te hebben van de adviserende arts. Omdat het ziekenfonds een vervangingsinkomen betaalt, is deze goedkeuring nodig. Arbeidsongeschikten moeten op een positief antwoord van de geneesheer wachten. Zij kunnen niet meteen starten.
Een goedkeuring is meestal van bepaalde duur. Vergeet daarom niet je aanvraag te verlengen.

Personen die een leefloon ontvangen, lichten best het OCMW eerst in. Het is goed dat je jezelf inzet in de maatschappij. Het OCMW zal daarom in de meeste gevallen het vrijwilligerswerk aanmoedigen. Je hoeft geen documenten in te vullen. Als je tegen je maatschappelijk assistent vertelt wat je juist gaat doen, is dat voldoende.

De vrijwilligerswet splitst de categorie “gepensioneerden” op in drie groepen. Tussen deze groepen bestaat er, voor het vrijwilligerswerk, geen verschil.

Mensen die een uitkering ontvangen van RVP (Rijksdienst voor Pensioenen), hoeven niets te doen. Zij kunnen zonder probleem starten met het vrijwilligerswerk.
Ook mensen met een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden kunnen zonder probleem aan de slag.
Tot slot kunnen mensen met een gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GIB) zo aan de slag.

Jongeren kunnen pas vrijwilliger zijn vanaf de leeftijd van 15 jaar op voorwaarde dat men in hetzelfde kalenderjaar 16 wordt. Op deze regel zijn twee uitzonderingen. Er mag door kinderen van 15 jaar of jonger vrijwilligerswerk worden gedaan in het kader van de jongerenbeweging en in het kader van schoolactiviteiten.